Ook van mij allemaal de hartelijke groeten. En Christa en Jochem, van harte gefeliciteerd met jullie huwelijk! En Anne, bedankt voor de tip!
Maar nu gaan we dan toch echt terug naar Bob, Jan en Arie en alles wat er vooraf ging aan ‘De strijd om het goudschip’.
Waar waren we ook alweer gebleven? Als beloning voor een goed rapport mocht Jan van zijn vader meevaren op een schip van de rederij van Arie’s vader. En natuurlijk gaan Arie en Bob ook mee.
Bij Buenos Aires raakt hun schip in een storm, loopt op een houten, drijvend scheepswrak en zinkt! De bemanning en Bob, Jan en Arie stappen in de reddingsboten en hopen dat ze snel opgepikt worden door een schip in de buurt.
Dat gebeurt ook en veel sneller dan ze denken! Het schip dat het dichts in de buurt is, is de Frisco. Een schip dat bemand wordt met muiters, maar dat weten onze helden dan nog niet.
Misschien is dit een mooi moment om eens even een licht te laten schijnen over het fenomeen ‘cliffhanger’.
Het verhaal ‘Avonturen in de Stille Zuidzee’ is immers nog gemaakt in de goede, oude tijd, toen er nog goedgetekende, goedgeschreven, spannende avonturenstrips in de Nederlandse kranten stonden met een aflevering van een halve pagina per dag. Aan het eind van zo’n aflevering zat dan een spannend moment, waardoor je je als lezer afvroeg: “Hoe zou dat verder gaan?” En waardoor je de volgende dag weer de krant ging lezen, en natuurlijk de strips als eerste. Dat spannende moment heet ‘cliffhanger’, genoemd naar de man of vrouw die aan een rotspunt of een boomtak in een rotswand hangt en de daarbij behorende vraag: zal hij/zij vallen of niet? (Maar dat lees je dan pas in de volgende aflevering)
In ‘Avonturen in de Stille Zuidzee’ gebruiken we een aantal spannende momenten uit het boek als cliffhanger, maar bijvoorbeeld ook om aan te geven dat er iets niet in de haak is met het schip Frisco dat onze helden komt redden.
In de aflevering in de krant van 14 december 2004 (de onderste helft van pagina 14 in het album) zien de mannen in de reddingsboot ineens licht. En toch zou er geen schip zo dichtbij zijn (vragen: hoe kan dat en als het geen schip is, waar komt dan dat licht vandaan?)
In de aflevering van de volgende dag blijkt het toch een schip te zijn. In het laatste plaatje zien we dat schip voor het eerst goed in beeld. De storm, de hoge golven, het reusachtige schip in vergelijking met de kleine reddingsboot en het feit dat er niemand aan dek te zien is, geven het geheel een dreigende sfeer mee. (vragen: wat is dat voor schip en wat zal er nu gaan gebeuren?)
In de aflevering van 16 december laat de bemanning van de Frisco zich nog steeds niet zien. Er worden van boven een hoop vragen gesteld en dan, weer aan het eind van de aflevering, wordt er een touw neergelaten. De drie jongens mogen als eerste aan boord (vragen: waarom uitgerekend Bob, Jan en Arie als eerste? Wie is er toch aan boord van dat schip en wat zijn ze plan met onze helden?)
Op 17 december weten Bob, Jan en Arie aan boord te komen. Maar zodra Arie het dek bereikt heeft, start de Frisco zijn motoren. In het laatste plaatje van die dag zien we het onthutste gezicht van de stuurman. Laten ze de rest van de bemanning werkelijk achter?
Op 18 december komt het antwoord: Ja, ze nemen alleen de drie jongens mee en laten de rest van de zeelui dobberen!
Voor het eerst zien we nu de groep ongure types die de bemanning van de Frisco vormt. En Jan en Arie bevestigen het gevoel dat ze in de voorgaande dagen al hadden: “Hier klopt iets niet!” “Hier klopt iets helemaal niet!”
De dagen daarop proberen de jongens uit te vissen waar ze in terecht zijn gekomen en wat er nu niet klopt, maar pas op 23 december krijgen ze het antwoord van kapitein Braggart himself: “Dit is een schip vol muiters!”
De muiters op de Frisco hebben gebrek aan mankracht en kunnen best drie jongens voor de vuile klusjes kunnen gebruiken.
In de weken daarop maken we kennis met diverse leden van de muiterbemanning, zoals Harry en Barney (op 18 december al te zien), twee muitermatrozen met wie onze helden nog heel wat te stellen te krijgen. En Mickey Mouse, hun latere leider, en misschien wel de gevaarlijkste van alle muiters aan boord van de Frisco.
Maar ook bijvoorbeeld stoker McGarrigle, bij wie Bob te werk wordt gesteld en die in “De strijd om het goudschip” nog een belangrijke rol zal spelen.
Behalve het gebrek aan mankracht, hebben de muiters trouwens nog een probleem.
Wat dat is? Juist, dat lezen jullie volgende keer!
Maar nu gaan we dan toch echt terug naar Bob, Jan en Arie en alles wat er vooraf ging aan ‘De strijd om het goudschip’.
Waar waren we ook alweer gebleven? Als beloning voor een goed rapport mocht Jan van zijn vader meevaren op een schip van de rederij van Arie’s vader. En natuurlijk gaan Arie en Bob ook mee.
Bij Buenos Aires raakt hun schip in een storm, loopt op een houten, drijvend scheepswrak en zinkt! De bemanning en Bob, Jan en Arie stappen in de reddingsboten en hopen dat ze snel opgepikt worden door een schip in de buurt.
Dat gebeurt ook en veel sneller dan ze denken! Het schip dat het dichts in de buurt is, is de Frisco. Een schip dat bemand wordt met muiters, maar dat weten onze helden dan nog niet.
Misschien is dit een mooi moment om eens even een licht te laten schijnen over het fenomeen ‘cliffhanger’.
Het verhaal ‘Avonturen in de Stille Zuidzee’ is immers nog gemaakt in de goede, oude tijd, toen er nog goedgetekende, goedgeschreven, spannende avonturenstrips in de Nederlandse kranten stonden met een aflevering van een halve pagina per dag. Aan het eind van zo’n aflevering zat dan een spannend moment, waardoor je je als lezer afvroeg: “Hoe zou dat verder gaan?” En waardoor je de volgende dag weer de krant ging lezen, en natuurlijk de strips als eerste. Dat spannende moment heet ‘cliffhanger’, genoemd naar de man of vrouw die aan een rotspunt of een boomtak in een rotswand hangt en de daarbij behorende vraag: zal hij/zij vallen of niet? (Maar dat lees je dan pas in de volgende aflevering)
In ‘Avonturen in de Stille Zuidzee’ gebruiken we een aantal spannende momenten uit het boek als cliffhanger, maar bijvoorbeeld ook om aan te geven dat er iets niet in de haak is met het schip Frisco dat onze helden komt redden.
In de aflevering in de krant van 14 december 2004 (de onderste helft van pagina 14 in het album) zien de mannen in de reddingsboot ineens licht. En toch zou er geen schip zo dichtbij zijn (vragen: hoe kan dat en als het geen schip is, waar komt dan dat licht vandaan?)
In de aflevering van de volgende dag blijkt het toch een schip te zijn. In het laatste plaatje zien we dat schip voor het eerst goed in beeld. De storm, de hoge golven, het reusachtige schip in vergelijking met de kleine reddingsboot en het feit dat er niemand aan dek te zien is, geven het geheel een dreigende sfeer mee. (vragen: wat is dat voor schip en wat zal er nu gaan gebeuren?)
In de aflevering van 16 december laat de bemanning van de Frisco zich nog steeds niet zien. Er worden van boven een hoop vragen gesteld en dan, weer aan het eind van de aflevering, wordt er een touw neergelaten. De drie jongens mogen als eerste aan boord (vragen: waarom uitgerekend Bob, Jan en Arie als eerste? Wie is er toch aan boord van dat schip en wat zijn ze plan met onze helden?)
Op 17 december weten Bob, Jan en Arie aan boord te komen. Maar zodra Arie het dek bereikt heeft, start de Frisco zijn motoren. In het laatste plaatje van die dag zien we het onthutste gezicht van de stuurman. Laten ze de rest van de bemanning werkelijk achter?
Op 18 december komt het antwoord: Ja, ze nemen alleen de drie jongens mee en laten de rest van de zeelui dobberen!
Voor het eerst zien we nu de groep ongure types die de bemanning van de Frisco vormt. En Jan en Arie bevestigen het gevoel dat ze in de voorgaande dagen al hadden: “Hier klopt iets niet!” “Hier klopt iets helemaal niet!”
De dagen daarop proberen de jongens uit te vissen waar ze in terecht zijn gekomen en wat er nu niet klopt, maar pas op 23 december krijgen ze het antwoord van kapitein Braggart himself: “Dit is een schip vol muiters!”
De muiters op de Frisco hebben gebrek aan mankracht en kunnen best drie jongens voor de vuile klusjes kunnen gebruiken.
In de weken daarop maken we kennis met diverse leden van de muiterbemanning, zoals Harry en Barney (op 18 december al te zien), twee muitermatrozen met wie onze helden nog heel wat te stellen te krijgen. En Mickey Mouse, hun latere leider, en misschien wel de gevaarlijkste van alle muiters aan boord van de Frisco.
Maar ook bijvoorbeeld stoker McGarrigle, bij wie Bob te werk wordt gesteld en die in “De strijd om het goudschip” nog een belangrijke rol zal spelen.
Behalve het gebrek aan mankracht, hebben de muiters trouwens nog een probleem.
Wat dat is? Juist, dat lezen jullie volgende keer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten