vrijdag 18 januari 2008

Een heldentrio

Dankjewel, Hans, voor dit mooie welkomstwoord!
Zoals beloofd ga ik nu iets vertellen over ons tweede Bob Evers stripalbum ‘Avonturen in de Stille Zuidzee’. Maar eigenlijk dus het allereerste avontuur van Bob, Jan en Arie.

‘Avonturen in de Stille Zuidzee’ is het enige album tot nu toe, dat we niet openen met een grote plaat. Willy van der Heide begint zijn verhaal namelijk niet met Bob, Jan of Arie, maar met de vaders van Jan en Arie. Een korte maar niet onbelangrijke passage, want zonder die vaders zouden Jan en Arie Bob nooit ontmoet hebben. Sterker nog, ze zouden nooit zulke avonturiers geworden zijn!

De vaders van Jan en Arie hebben namelijk het plan om hun beide zoons als beloning voor een goed rapport een maand mee te sturen op een vrachtschip van de rederij Roos, de rederij van Arie’s vader. Tijdens dat gesprek op de rederij belt motoronderdelenfabrikant Evers uit Amerika. En die heeft ook een zoon, ene Bob. Om een lang verhaal kort te maken, Bob wordt ook uitgenodigd en komt aan het begin van zijn vakantie naar Amsterdam om samen met Jan en Arie een zeereis te maken.

Na deze inleidende pagina pakken we op pagina 2 wel uit. En wel met een grote plaat van de Amsterdamse haven met het vrachtschip Esperanza en een cirkelvormige inzet, waar we voor het eerst het aanstaande heldentrio op het schip bij elkaar zien.
Willy van der Heide legt er niet echt de nadruk op, maar als Bob zegt dat hij een week geleden de zee al is overgestoken, weet je dat de jongens elkaar nog maar net ontmoet hebben. Blijkbaar heeft Bob nog niet de kans gehad om dat eerder aan Jan en Arie te vertellen!

En hoe nu verder met het verhaal? Het zou logisch zijn om vanaf hier alles wat Bob, Jan en Arie meemaken tekst na tekst, gebeurtenis na gebeurtenis in stripplaatjes om te zetten.
Maar dan merk je al gauw de verschillen tussen boek en strip. Het stripverhaal zou ten eerste veel te lang worden en bovendien zou de nadruk op de verkeerde scènes komen te liggen.
Zoals bijvoorbeeld het verhaal van de kok van de Esperanza op pagina 3 en 4. In dat verhaal gebeurt zoveel dat je er makkelijk drie pagina’s strip mee kan vullen. En het moet voor Hans een feest zijn om dat allemaal te mogen tekenen!
Maar is die scene echt zo belangrijk dat ik er drie pagina’s mee kan vullen? Nee dus, hij is belangrijk als onderdeel van de serie grappen die de zeelui van de Esperanza met de dan nog wat naïeve Bob, Jan en Arie uithalen, maar voor de verdere gebeurtenissen niet.

In zo’n geval denk ik altijd aan wat de beroemde Donald Ducktekenaar (en scenarist!) Carl Barks ooit heeft gezegd: “Een verhaal is als een waslijn en alles wat je aan die lijn hangt moet betrekking hebben op de lijn van het verhaal; die lijn loopt van dit punt naar dat punt…”
Met andere woorden, op elke pagina moet het verhaal een stukje verder verteld zijn. Dus geen drie pagina’s voor het verhaal van onze vriend de kok, maar slechts twee halve pagina’s en daarna is het alweer tijd om kennis te maken met de kapitein.

Het leuke van deze werkwijze is dat de gebeurtenissen in ‘Avonturen in de Stille Zuidzee’ dan automatisch een viertal ongeveer even lange ‘hoofdstukken’ opleveren in de strip.
Zo zijn Bob, Jan en Arie van pagina 4 van het album (pagina 2 van het verhaal) tot en met pagina 13 aan boord van het vrachtschip Esperanza.
Op pagina 14 verlaten ze het schip, vanwege de schipbreuk, en worden niet veel later opgepikt door het muiterschip ‘Frisco’, waar ze tot en met pagina 24 blijven.
Op pagina 25 steken ze over naar het zeiljacht ‘Willi Waw’ dat tot bovenaan pagina 35 in handen van de muiters blijft.
Daarna krijgen de eigenaars van de ‘Willi Waw’ hun zeiljacht (tijdelijk) terug en zien we in de laatste 12 pagina’s van de strip hoe Bob, Jan en Arie uiteindelijk op het eiland terechtkomen waar hun volgende stripavontuur zich af zal spelen.

Maar zover zijn we nog niet. Volgende keer eerst maar eens iets over de figuren die in ‘hoofdstuk 2’ opduiken. Want het zijn niet de grappenmakende zeelui van de Esperanza, maar de boosaardige muiters van de ‘Frisco’ die het onze helden bijna drie albums lang lastig zullen maken...

Geen opmerkingen: