donderdag 3 januari 2008

Onze jongens gaan aan land

Een nieuw jaar, een nieuwe pagina. Onderstaande is Frank's scenario voor pagina twee.

PAGINA 2a:

1. Arie reageert gelaten op de discussie. Bob bindt een bundeltje (een pistool en een zaklantaarn, dik ingesmeerd met vet en gewikkeld in een lap die met vet en touw waterdicht is gemaakt) bovenop zijn kruin. Hij laat zijn benen voorzichtig in het water glijden.
ARIE: Of de L van Louw Loenen. Wat maakt het uit?
BOB: Mijn bundeltje. Ik ga het koele water in.

2. Bob zwemt naar het eiland, zijn hoofd zoveel mogelijk boven water houdend. Op de achtergrond de sloep met Jan en Arie.
BOB: Let goed op mijn lichtsignalen.
JAN EN ARIE: Good luck!

3. Bob komt voorzichtig uit het water het strand op gelopen. Het eiland lijkt volkomen verlaten. Geen vuur, geen licht.
BOB: Daar gaat ie dan. Good luck, Bobbie.

4. Overshoulder van Arie en Jan, die Bob vanuit zijn schuilplaats onder de struiken zien flitsen met zijn zaklantaarn.
ARIE: Het sein van Bob!
JAN: Alles is veilig. Aan de riemen!

5. Bob staat tussen de bomen en kijkt naar de naderende sloep. Hij flitst nog een keer met zijn zaklantaarn.
BOB: Daar komen ze! Hierheen, jongens.


PAGINA 2b:

1. De sloep legt aan op het strand en Arie en Jan springen het strand op, richting Bob.
JAN: Zonder verliezen aan land gekomen.
ARIE (tegen Bob): Heb jij de vijand ontdekt?
BOB: Niets te zien.

2. Close-2-shot van Bob en Arie. Arie steekt zijn neus in de lucht en snuift.
ARIE: Hmm…Snuf! Snuf!
BOB: Verkouden?

3. Arie maakt de andere twee op iets attent.
ARIE: Ik ruik houtrook. Er brandt ergens een vuur.

4. Bob en Jan turen het strand af. Arie kijkt hen sarcastisch aan. Een lichte schijn aan de horizon geeft aan waar de maan op zal komen.
JAN: Ik zie zelfs geen vonkje.
ARIE: Hoeft ook niet. Het hoeft geen vreugdevuur te zijn van acht bij tien meter. Maar er brandt geheid ergens een vuur. Aan de bovenwindse kant, natuurlijk.

5. De drie jongens lopen langs de bosrand, tegen de bries in (rechts het strand, links het bos) Arie loopt voorop. De drie jongens hebben geweren in hun hand en pistolen aan hun broekriemen.
ARIE: Waar rook is, zijn muiters. En waar muiters zijn, moeten wij ook wezen. Op naar de rook!
BOB: Ik hoop, dat je neus je niet bedriegt.


Wel wel. Ik moet ze dus die boot uittekenen en aan land laten gaan. Op een of andere manier geen plaats om uit te pakken nog hier. Met een forse overzichtsplaat verlies je misschien zelfs de intimiteit van die stiekeme landing.

En waar zit hier m'n aktie en waar m'n emotie in het akteren? Waar plaats ik, als regisseur van deze papieren acteurtjes, op deze pagina m'n accenten?

Dat moment als Bob alleen in het koude water ligt, da's misschien wel een even een momentje van bezinning. "Good luck, Bobbie". Daar beseft hij wel even dat het er nĂș op aan komt. Even daar een close-upje misschien? Contact maken met de kijker?

En als Arie wat ruikt. Dat is ook een belangrijk moment. Dat is eigenlijk het draaipunt van deze pagina. Daar gebeurt iets onverwachts. Daar, op dat moment, dan ook maar even closer met de "camera". T o t dat punt laat ik de handeling dan globaal naar "rechts in het plaatje" bewegen, v a n a f dat ruikmoment gaan ze dan globaal naar links gaan handelen. Om dat "draaipunt" in het verhaal te benadrukken.

Aan de slag daarmee. Lekker schetsen. Dit is de layoutschets voor pagina 2:




Erop klikken vergroot de plaat.

Geen opmerkingen: