donderdag 4 juni 2009

Eppo 10: Ochtend in de woestijn

Oei, dat was lang geleden. Ineens een Eppo op donderdag in de bus in plaats van op woensdag. Maar goed, Eppo nummer 10 is er, bij de abonnees en in de winkel. Met o.a. een Europese aflevering van Kleine Napoleon (puur toeval, maar toch…), de boekenkast van Eric Herculus, een interview met Gerben Valkema en Elsje in het blad.... en op de cover:
















(Illustratie: Gerben Valkema, karikatuur: Mars Gremmen)




En bovenal natuurlijk alweer de tiende aflevering van ons nieuwste Bob Evers stripverhaal “Een overval in de lucht,” zoals gebruikelijk te vinden op bladzijde 24 en 25 van de nieuwste Eppo.
De 10e aflevering en dat betekent dat met deze Eppo pagina 20 van “Een overval in de lucht” wordt bereikt. Maar eerst pagina 19. De pagina waarop Jan er in zijn eentje op uittrekt om de verloren pistolen van de twee piloten te zoeken. Ergens in de woestijn, in het verlengde van de landingssporen. Een speurtocht waar onze Jan wel even zoet mee is.
En aangezien het inmiddels ochtend is geworden, melden zich diverse figuranten bij het overgebleven drietal. Zo verplaatst Winstone zijn bivak naar de grot waar Arie, Paul en Jeffries zitten en wil tante Ginny als eerste dat er actie ondernomen wordt.
En dan is er nog dat geniale idee van Arie, waarbij de hulp van sommige medepassagiers zeer welkom is. Maar daarover volgende keer meer. Hier is eerste pagina 19 van het scenario:

PAGINA 19a:

1. Onder de onbeschadigde rechtervleugel van het vliegtuig zit Platneus op een vouwstoeltje met zijn stengun te draaien. Hij zit met zijn rug tegen het landingswiel. Bij het eind van de vleugel staat Anderson, geheel uitgekleed met een handdoek om zijn heupen. Zijn voeten zijn gebonden. Om zijn borst onder zijn armen door is een tweede touw gebonden dat van boven aan de vleugel is vastgemaakt. Hij kan zo niet meer dan één pas doen. Twee meter voor hem staat een tafeltje met daarop vier glazen en twee flessen met water. Arie en Jan, op achtergrond verscholen tussen twee rotsblokken maar vrij dicht bij het vliegtuig, kijken verontwaardigd toe. Het stenenveld loopt tot voorbij het vliegtuig, dat onder het overhellende deel van de Pisa-rots staat.
ARIE: het zijn onmensen. als anderson zo in de felle zon moet blijven staan met al dat water buiten zijn bereik, is hij tegen de middag krankzinnig…
JAN: en anders sterft hij aan brandwonden in de tweede graad. dit houdt geen mens uit!

2. Jan staat op en vraagt Arie terug te gaan naar Paul en Jeffries. Arie stelt geen verdere vragen.
JAN: arie: ga jij nu naar paul en blijf bij hem. ik heb een plannetje dat misschien lukt, maar ik moet het alleen opknappen.
ARIE: goed!

3. Jan sluipt met een boog om het vliegtuig heen door de donkere, lege woestijn. Hij houdt de maan (iets aan stuurboord) aan als oriëntatiepunt.
JAN: ik moet die pistolen van peters en collega terugvinden.

4. Jan in de onmetelijke woestijnvlakte. Zo’n 1½ kilometer van het vliegtuig vandaan vindt hij de diepe groeven van de wielen en het staartstuk in het zand. Het wordt langzaam lichter en warmer.
JAN: de sporen van het vliegtuig! ergens in het verlengde daarvan moeten ze liggen.


PAGINA 19b:

1. Op het moment dat Arie terugkomt bij de grot komt daar van uit de andere richting Winstone aan gelopen. Hij begroet Arie hartelijk. Paul komt geeuwend de grot uit.
TEKSTBLOK: intussen…
WINSTONE: gek word je van die vrouwen! en van dat kefgeval! die tantes hebben vannacht aan één stuk door ruzie gemaakt. vind je het goed dat ik mijn bivak naar hier verleg?
PAUL: als je dat de moeite waard vind voor de korte tijd die we nog te leven hebben…

2. Jeffries komt nors de grot uit. De anderen kijken hem verbaasd aan. Arie grinnikt.
JEFFRIES: morgen. ontbijt klaar?

3. Winstone valt uit tegen Jeffries. Paul reageert, maar ziet op dat zelfde moment ook Tante Ginny naar hen toe komen lopen. Ze heeft haar boek “Zij stond alleen” bij zich.
WINSTONE: hoe lang denk je dat we dit soort begrafenishumor nog kunnen verdragen?
PAUL: net zolang als we… nee maar, daar komt mijn tante aanstevenen.

4. Een verontwaardigde Tante Ginny spreekt de vier mannen toe. Jeffries kijkt haar scherp aan.
TANTE GINNY: wat zijn jullie voor kerels dat je daar maar staat te staan? heeft nog niemand het in zijn hoofd gehaald, dat we water en voedsel van dat geboefte moeten eisen?
JEFFRIES: denkt u soms dat ze het ons zo maar zullen geven?

5. Tante Ginny loopt vastberaden weg in de richting van het vliegtuig. Arie probeert haar tegen te houden.
TANTE GINNY: als je het niet vraagt, kun je het ook niet weten. maar als jullie soms bang zijn, dan ga ik wel.
ARIE: ja, maar…

Tot de volgende keer!

Geen opmerkingen: