vrijdag 27 november 2009

Pagina 42: Buffalo Hill

Wow, dat is nog eens nieuws, Hans! De laatste vier pagina’s van ‘Een overval in de lucht’ al in de Eppo van volgende week. En ik maar denken dat we chronologisch in de problemen zouden komen als de KerstEppo bij Eppo nummer 23 zou zitten. Probleem automatisch opgelost dus. Maar goed, voor we aan die smak van vijf pagina’s Bob Evers beginnen, eerst even door met pagina 42 uit Eppo 22.

Maar liefst 40 pagina’s nadat onze twee helden de opdracht van Bob hadden gekregen, arriveren Jan en Arie eindelijk op de plek waar ze moeten wezen: Buffalo Hill, het domein van James en Judy Elephant. En dat alles dankzij de hulp van Anderson, die in no time een snelle wagen met chauffeur en geheime scheepswerfpolitie heeft gearrangeerd.
Op dezelfde pagina nog maken we kennis met Mrs Judy Elephant, de eigenaresse van de bewuste handschoenendoos, waarin het papiertje van Professor Hathaway is verborgen. Maar helaas voor onze vrienden, blijkt Jeffries ondanks Anderson snelle acties, och nog voor hen op Buffalo Hill te zijn geweest. Of Jeffries inderdaad de handschoenendoos heeft meegekregen en of Jan en Arie er in de laatste vier pagina’s alsnog in slagen om het bewuste papiertje in handen te krijgen, dat lees je allemaal pakweg volgende week woensdag of donderdag in Eppo 23. Tot die tijd is hier scenariopagina 42:

PAGINA 42a:

1. Bij het hek van het vliegveld komt een grote, zwarte gesloten auto aanrollen. Anderson steekt zijn hoofd uit het raam en gebaart Jan en Arie in te stappen. Er staan twee vrachtwagens buiten het hek geparkeerd.
ANDERSON: hier! stap in, rekels!

2. Behalve Anderson zitten er nog twee mannen in de wagen, waarvan één achter het stuur (Rodney) Anderson stelt ze voor aan Jan en Arie.
ANDERSON: jongens, dit is fred murphy en deze knaap, die altijd rijdt of hij gek is op ziekenhuizen, is phil rodney. beiden van de geheime politie van de stilleter scheepswerven.
JAN EN ARIE: aangenaam.

3. Close-up van een bezorgde Anderson.
ANDERSON: ik heb nog niets van james elephant gehoord. ik dacht, dat hij mij terug zou seinen.

4. De auto volgt een slingerende weg die een heuvel op loopt. Op de heuvel staat een lelijk wit huis met een grindveld ervoor ter grootte van een voetbalveld. Boven in het huis brandt licht.
ANDERSON (buiten beeld, vanuit de auto): we zullen zo weten wat er gebeurd is. dit is buffalo hill. hier woont james elephant.


PAGINA 42b:

1. De deur van het huis op Buffalo Hill wordt opengedaan door een in het wit geklede neger. (Rufus)
ANDERSON: ha, rufus. is mr elephant thuis?
RUFUS: nee, mijnheer anderson. hij is al drie dagen op zakenreis.

2. Rufus laat Anderson, Jan, Arie, Fred en Rodney binnen in de hall. In de hall staat een grote eiken kist.
RUFUS: maar mevrouw elephant is boven in haar boudoir.
ANDERSON: ik moet haar direct spreken.

3. Rufus nodigt Anderson, Arie en Jan uit mee naar boven te komen. Fred en Rodney nemen in de hall plaats op de eiken kist.
RUFUS: wilt u meteen naar boven komen, meneer?

4. Rufus laat Anderson, Jan en Arie binnen in het boudoir van mevrouw Elephant. Het is klein, wit en rose geschilderd. Er staan een paar popperige, vergulde stoeltjes. Anderson stelt Jan voor aan mevrouw Judy Elephant.
ANDERSON: judy, dit is jan prins. we komen recht uit holland en zijn op zoek naar een zekere meneer jeffries.
JUDY: jeffries?

5. Anderson grijpt Judy bij haar arm en kijkt haar geschokt aan als hij hoort dat Jeffries al langs geweest is.
JUDY: een uur of twee geleden is hier een zekere meneer jeffries geweest…
ANDERSON: wat? heb je hem je handschoenendoos meegegeven?


Tot de volgende keer!

Geen opmerkingen: