maandag 3 maart 2008

Afscheid van een eiland

Hallo, allemaal! We hebben weer een heel enerverend weekend achter de rug in Rijswijk. Zaterdag mocht ik in mijn eentje signeren en dat ging best goed, zo tussen half twaalf en kwart voor drie. Daarna schoof Eric Heuvel aan en tja, toen wilde iedereen natuurlijk een tekening van Eric en kon ik de beurs gaan bezoeken. Zondag had ik gelukkig Hans aan mijn zijde en toen hebben we echt de hele middag zitten signeren.
Dankzij het weekend in Rijswijk hebben we er weer een aantal nieuwe lezers bij, zelfs mensen die alle drie de albums tegelijk kochten. En wat erg leuk was, we hebben ook kennis gemaakt met een paar lezers van onze blog. Mensen waar we tot vorige week alleen de namen van kenden, en waar nu ineens een gezicht bij hebben.
En daarom maar weer eens een bedankje aan iedereen die we dit weekend bij de stand van Boumaar mochten verwelkomen. En natuurlijk ook aan alle enthousiaste lezers van deze blog en van de Bob Evers strips.

En ik had het jullie beloofd: we gaan nu echt beginnen aan het laatste deel van de serie “Wat vooraf ging aan De strijd om het goudschip”.
Bob, Jan en Arie zitten nog altijd op het onbewoonde eiland in de Stille Zuidzee. Waar de tamme varkens en kippen op het eiland vandaan komen, weten ze niet. Net zomin als waar hun Amerikaanse vrienden Joe, Jack en Hennessey gebleven zijn. De archeologische schat van Joe, Jack en Hennessey, een miljoen aan goud en diamanten, is aan boord van het muiterschip Frisco, maar waar dit schip met zijn zeskoppige bemanning is gebleven, weten Bob, Jan en Arie dan weer niet.
Onze helden hebben net een invasie van de muiters Harry, Barney en Mickey Mouse afgeslagen, maar waar deze muiters vandaan gekomen zijn of waar ze met het zeiljacht Willi Waw, eigendom van Joe, Jack en Hennessey naar toe gevaren zijn, weten ze niet. Het zou zelfs zomaar kunnen dat de muiters ergens anders op het eiland weer aan land komen en alsnog proberen onze vrienden vanuit het struikgewas te vermoorden.

Daarom besluiten de drie jongens met hun sloep een ontdekkingstocht rond het eiland te maken. Zogezegd om zeker te weten dat het eiland muitervrij is. Ze roeien langs het strand, pauzeren af en toe even en dan wordt de kust ineens een stuk gevaarlijker. Was het eerst nog een vlak palmenstrand, nu zijn het rotsen en klippen. Ze zien zich genoodzaakt een stuk verder uit de kust te gaan varen.

En dan zien ze, achter de hoek van de rotspartij een halfgezonken schip liggen. Het is de Maria Christina uit Melbourne. Bemanning is er niet meer op het wrak, maar nog wel allerlei eetbare en bruikbare spullen. En Bob, Jan en Arie slagen er zelfs in een comfortabele slaapplaats voor de nacht te maken aan boord van de halfgezonken Maria Christina.
Het is voor Arie allang duidelijk dat de muiters hier niet langs gekomen zijn, anders hadden ze zeker aangelegd. Maar Jan vindt dat ze de ontdekkingsreis toch moeten afmaken, niet alleen om zeker te weten dat er geen muiters meer, maar ook omdat hij eindelijk wel eens wil weten hoe het eiland eruit ziet.

De volgende ochtend varen ze met een volgeladen sloep weer verder. Even verderop verandert de kust van het eiland opnieuw. Verdwenen zijn de klippen, de kust wordt hoger en in de rotsen zitten kloven en inhammen die lijken op Noorse fjorden. Volgens het kompas zijn ze intussen 180 graden in koers gedraaid. Tijd voor Jan om een plattegrond van het eiland te tekenen, maar na het hoongelach en de op- en aanmerkingen van Bob en Arie geeft hij maar weer op.

Het drietal vaart een van de ‘Noorse fjorden’ in en vindt daar een paradijselijk plekje… en twee tamme kippen!
Na een half uurtje rust klimmen ze via een uitgedroogde beek, het afwateringskanaal voor de tropische slagregens, naar boven. Ook daar weer kippen. Tientallen, zelfs! Ze kamperen halverwege de helling en klimmen de volgende ochtend verder. Zo komen ze op de rand van de vulkaankrater terecht. Ze wandelen over een platte rotsvlakte en aan het eind daarvan werpt Bob een blik door de kijker. In de verte ziet hij een ander eiland liggen.

Alle drie zijn ze er van overtuigd dat dat het eiland is waar de muiters met de Willi Waw vandaan gekomen zijn. En dat daar wel eens hun Amerikaanse vrienden Joe, Jack en Hennessey gevangen kunnen zitten. Ze besluiten nu zelf maar eens een invasie uit te voeren en wel op het muitereiland.

Maar voor het zover is, varen ze eerst terug naar de Maria Christina. Arie zoekt op het wrak al zo veel mogelijk eten bij elkaar, terwijl Bob en Jan op het nabijgelegen strandje op zoek gaan naar drinkwater. Maar dat is niet het enige dat ze daar vinden. Ze vinden ook het wrak van de sloep van de Maria Christina en het skelet van een van de bemanningsleden.
Nu snappen ze wat er met de bemanning is gebeurd. Het strandje ligt ingeklemd tussen twee steile rotswanden. En dat is een pracht van een kooi voor zeelieden die niet kunnen zwemmen, aldus Jan. En dan snappen ze eindelijk ook waar al die tamme kippen vandaan komen: de Maria Christina had een kippenkot aan boord! En in tegenstelling tot de zeelieden hebben de kippen dit avontuur wel overleefd.

Bob en Jan gaan terug naar de Maria Christina waar Arie intussen het eten klaar heeft. Ze overnachten opnieuw op de Maria Christina. De volgende ochtend laden ze de sloep vol en vertrekken naar het muitereiland.
Bob en Jan werpen nog een laatste blik op het eiland en al grappend makend over Aries omvang nemen ze afscheid van het eiland dat zolang hun thuis is geweest.
En ook wij als lezers werpen nog een laatste blik op het eiland, alvorens we het tweede deel van de Zuidzeetrilogie afsluiten en net als Arie kijken naar wat komen gaat.
Drie jongens, drie muiters, drie Amerikanen. Wat wordt dat voor avontuur?

Nee, dat vertel ik jullie dus niet de volgende keer. Dat mogen jullie helemaal zelf lezen als ons nieuwe album eenmaal uit is.
Volgende keer ga ik maar eens wat vertellen over het verstrippen van Bob Eversboeken en de technieken, de problemen en de oplossingen bij het schrijven van een scenario. En dan in het bijzonder het scenario van “De strijd om het goudschip”. Daar valt echt heel wat over te vertellen, want van alle Bob Evers boeken die ik tot nu toe in stripscenario heb omgezet, was dit verhaal echt het moeilijkst te verstrippen.
Tot de volgende keer!

2 opmerkingen:

Anoniem zei

hans en frank,

komen jullie beide naar de Wilrijkse stripdagen of komt Frank alleen ? Zeer fijne blog trouwens.
groeten,

Marc

Frank Jonker zei

Ha Marc,

Zoals het er nu naar uitziet kom ik helaas zonder Hans naar Wilrijk. Hans zit in een soort van spagaat. Of hij gaat met mij mee naar Wilrijk of met Caroline naar de verjaardag van zijn schoonvader. En voorlopig heeft Caroline gewonnen.
Maar ik zal vandaag nog een laatste poging doen om Hans mee te krijgen. Want morgen komt de informatie over De Wilrijkse Stripdagen al op de blog.
Hopelijk tot ziens in Wilrijk.

Hartelijke groeten,

Frank