Het 50-reeks album is nog maar
een week uit, of er ligt alweer een boek in de winkel met twee strips, waarvoor, al dan niet in samenwerking met anderen, het scenario schreef. In het eerste Donald Duck Tuinboek vind je op pagina 106 t/m 109 een verhaal waaraan maar liefst vier scenaristen meewerkten, waarvan eentje het verhaal uiteindelijk tekende.
(Schetsen: Frank, Paul Hoogma en Remco Polman) Ik schreef dit verhaal namelijk samen met tekenaar Mau Heymans en collega-scenaristen Paul Hoogma en Remco Polman. Het ontstond gewoon aan de keukentafel. Een verhaal met daarin twee verhaallijnen die al vrij snel in elkaar gevlochten worden. Aan de ene kant de verhaallijn van Donald die mee wil doen aan een tuinwedstrijd en daarom zo snel mogelijk van al het onkruid in zijn tuin af wil, aan de andere kant Willie die voortdurend telefonisch wordt lastiggevallen door een kale burgemeester die zo snel mogelijk een haargroeimiddel wil. En daarbij wordt Willie ook nog gestoord door de neefjes die voor Donald een onkruidverdelger of zoiets komen halen. En dat worden uiteindelijk onkruidetende rupsen. Wat ik me van herinner, is dat we via tuinomspittende wormen uiteindelijk op onkruidetende rupsen kwamen, omdat die rupsen later nog vlinders konden worden en die wormen niet. En aan de andere kant hadden we iets nodig om de rupsen zich zo snel mogelijk te laten vermenigvuldigen en dan kom je via groeiversnellers en celvermenigvuldiging al gauw op een haargroeimiddel uit. Toen we het verhaal eenmaal doorgesproken hadden, ging ieder van ons aan de slag om een scene uit te werken. En daarna nog een doorspreken, dingetjes veranderen, soms een plaatje erbij, ergens anders één weg, om zo de spanningsboog zo goed mogelijk te krijgen, liefst gecombineerd met een paar goede cliff-hangers onderaan elke pagina. Dan weer knippen en plakken, vandaar dat je op de pagina hiernaast de schetsen van drie verschillende scenaristen ziet. Het verhaal werd vanzelfsprekend getekend door de vierde scenarist, de Nederlandse Donald Ducktekenaar Mau Heymans en eerder gepubliceerd in Donald Duck 38-1998.
Het tweede verhaal in het Donald Duck Tuinboek vind je op bladzijde 120 en 121 en zal de vaste lezers van deze blog vast bekend voorkomen. Het werd namelijk al eerder gepubliceerd in Katrien 3-2009 en daarvoor in Katrien 3-2003. Die laatste Katrien las ik destijds in de trein op weg naar de allereerste afspraak bij Comic House over de Bob Evers strip! Het verhaal zelf combineert ook weer twee elementen met elkaar. Aan de ene kant Lizzy, Juultje en Babetje die proberen met ‘heitje voor een karweitje’ geld voor een verjaardagscadeau voor Katrien te verdienen, maar helaas heeft bijna niemand iets voor ze te doen. En dan is Gijs bij Oma op de boerderij, die eigenlijk het een en ander aan werk zou moeten verrichten ,maar daar uiteraard te lui voor is en dus de drie vrouwelijke Duckies opzadelt met een karwei in plaats van karweitje. En onderaan pagina 1 lijkt het dan alsof ze de rest van de middag met zo’n karwei bezig zijn en er vast niet mee in zullen slagen dat geld nog bij elkaar te krijgen (de cliffhanger!) En aangezien het verhaal maar twee pagina’s lang is, moge duidelijk zijn dat die situatie op pagina 2 door een slimme ingeving van het drietal totaal omgekeerd wordt. Het verhaal werd getekend door de Spaanse Comicup Studio.
Hetzelfde geldt min of meer voor het Tokkie Tor verhaal op bladzijde 22 t/m 24 van de nieuwe Donald Duck (nr 13-2011), zij het dat hier het verhaal in drie delen, dus drie pagina's wordt verteld. Ook hier worden twee elementen in elkaar vervlochten. Aan de ene kant is er door Tonnies broertje Bram opgerichte popgroep en weten we onderaan de eerste bladzijde al dat een optreden van die groep niet veel goeds beloofd. Logischerwijs worden popconcerten in Puindorp na het eerste optreden van de torrenpopgroep verboden en kan Bram meehelpen bouwmaterialen van de vuilnisbelt te halen. Totdat onderaan de tweede pagina blijkt dat er iets vreemds aan de hand is met de Rode Mieren, niet bepaald de beste vrienden van de Puindorpers. En uiteraard volgt dan ook de oplossing weer op de derde en laatste pagina. Dit verhaal werd getekend door de Spaanse tekenaar Daniel Perez.
Maar wat nu als je een schrijft waarvan de verhaallijn door anderen is bedacht. Zoals bijvoorbeeld het Nick en Simonverhaal op bladzijde 48 t/m 50 van de nieuwe Tina (nr 13-2011). Het idee, Nick en Simon die naar een concert van een andere bekende Nederlander gaan en daar zo hard meezingen, dat ze hun stem kwijt raken, kwam van de Tina-redactie. Natuurlijk kan ik zo’n verhaallijn naar eigen inzicht uitwerken en aan de hand van die verhaallijn drie spannende pagina’s op te bouwen met in elk geval twee cliffhangers. Op de eerste pagina zien we Nick en Simon al uitbundig meezingen bij een concert van mede-Volendammer Jan Smit (en daar gaat iets gebeuren, maar wat?), onderaan de tweede pagina: stem kwijt en wat nu? En de oplossing op de laatste pagina en liefst natuurlijk zo dicht mogelijk tegen het einde van het verhaal aan. Het verhaal werd getekend door de Spaanse tekenaar Rafa Ruiz.
Een ander voorbeeld van zoiets het derde verhaal van Sarah de Shire op bladzijde 52 t/m 57 van de nieuwe Penny Plus (nr 3-2011).
(Illustratie: © Holco Publications)
Het idee voor dit verhaal kwam van de redactie van Penny, als vervolg op twee eerdere verhalen. In tegenstelling tot Nick en Simon had dit verhaalidee ook al een soort pagina-indeling. Maar zelfs dan kun je af en toe daarvan afwijken om een net iets spannender moment onderaan de pagina te krijgen. Dus bijvoorbeeld een bepaald moment toch doorschuiven naar de volgende pagina of juist andersom. Eigenlijk begint het dan heel erg te lijken op het knip- en plakwerk van het Donald Duckverhaal bovenaan deze post en wordt je als scenarist een soort van regisseur. Maar uiteindelijk is dat waar het om draait: zorg dat de lezers vanaf het begin van je verhaal een aantal grote en kleine vragen waar ze gedurende het verhaal langzaam maar zeker antwoord op krijgen en de centrale vraag beantwoord je uiteraard pas op het einde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten