Met de boekenkast van Herman Roozen, een interview met Mark van Herpen, tot tweemaal toe een aankondiging voor de Eppo Kerstspecial (jazeker, mét Bob Evers) en Hotel Nevelzicht op de cover:
(Illustratie: Mark van Herpen, karikatuur: Mars Gremmen)
Maar het allerbelangrijkste in deze Eppo is natuurlijk het vervolg van ons Bob Evers stripverhaal “Een overval in de lucht”. Na 41 pagina’s zijn onze helden eindelijk in de stad waar ze moeten zijn: Kaapstad! Helaas lopen Jan en Arie door toedoen Malherbe nogal flinke vertraging op. Nietsnut Malherbe heeft op het vliegveld van Kaapstad een grandioze maar vooral tijdverslindende ontvangst voor Lalonde en haar medepassagiers geregeld. Gevolg; nog meer voorsprong voor Jeffries. En waar is Anderson in al die drukte toch gebleven?
PAGINA 41a:
1. Vlak na zonsondergang landt de bommenwerper op het vliegveld te Kaapstad.
TEKSTBLOK: die avond…
LUITENANT (buiten beeld, vanuit cockpit): dames en heren, over enkele ogenblikken landen wij op vliegveld kaapstad.
2. Anderson kijkt door een van de patrijspoorten en schrikt ontzettend. Jan en Arie kijken hem verbaasd aan.
ANDERSON: o, lieve help… kijk dát eens! hoe komen we daar vanaf?
3. Lalonde stapt als eerste uit, gevolgd door Malherbe, en wordt ontvangen door een juichende menigte. Er staan journalisten met filmcamera en bewonderaars werpen bloemen naar Lalonde.
MENIGTE: hoera! hoera!
viva lalou!
PAGINA 41b:
1. Arie wordt arm in arm met Lalonde gefotografeerd, Jan met een houten revolver in zijn hand. Met een gemaakte glimlach voor de foto sist Jan iets tegen Arie.
JAN: zodra we de kans krijgen, smeren we’m.
ARIE: en of!
2. Ook Marsh en Winstone worden gefotografeerd. Winstone kijkt Marsh verrast aan.
WINSTONE: je gaat me niet arresteren, zeg je? kom je dan niet in moeilijkheden? het is je plicht, tenslotte.
MARSH: ik vertik het een vent te arresteren met wie ik door dik en dun ben gegaan. maar dat gebeurt maar één keer, winstone. de volgende keer grijp ik je zonder pardon in je kraag.
3. Terwijl Marsh poseert voor een laatste foto loopt Winstone lachend weg. Op de achtergrond duiken Arie en Jan weg tussen de omstanders.
WINSTONE: je bent een sportieve vent, marsh. als je ooit nog eens het pad der misdaad opgaat, bel me dan, dan kan ik misschien iets voor je terugdoen.
MARSH: hm! als het ooit zover komt, houd ik me aanbevolen.
4. Arie en Jan verschuilen zich tussen een paar auto’s die langs de startbaan geparkeerd staan.
Arie kijkt grinnikend naar de pers en de juichende menigte. De pers interviewt Sparks en Peters. Jan kijkt zoekend om zich heen.
ARIE: zo, die bende zijn we kwijt.
JAN: prima. maar wat verder? waar is anderson?
Tot de volgende keer!
PAGINA 41a:
1. Vlak na zonsondergang landt de bommenwerper op het vliegveld te Kaapstad.
TEKSTBLOK: die avond…
LUITENANT (buiten beeld, vanuit cockpit): dames en heren, over enkele ogenblikken landen wij op vliegveld kaapstad.
2. Anderson kijkt door een van de patrijspoorten en schrikt ontzettend. Jan en Arie kijken hem verbaasd aan.
ANDERSON: o, lieve help… kijk dát eens! hoe komen we daar vanaf?
3. Lalonde stapt als eerste uit, gevolgd door Malherbe, en wordt ontvangen door een juichende menigte. Er staan journalisten met filmcamera en bewonderaars werpen bloemen naar Lalonde.
MENIGTE: hoera! hoera!
viva lalou!
PAGINA 41b:
1. Arie wordt arm in arm met Lalonde gefotografeerd, Jan met een houten revolver in zijn hand. Met een gemaakte glimlach voor de foto sist Jan iets tegen Arie.
JAN: zodra we de kans krijgen, smeren we’m.
ARIE: en of!
2. Ook Marsh en Winstone worden gefotografeerd. Winstone kijkt Marsh verrast aan.
WINSTONE: je gaat me niet arresteren, zeg je? kom je dan niet in moeilijkheden? het is je plicht, tenslotte.
MARSH: ik vertik het een vent te arresteren met wie ik door dik en dun ben gegaan. maar dat gebeurt maar één keer, winstone. de volgende keer grijp ik je zonder pardon in je kraag.
3. Terwijl Marsh poseert voor een laatste foto loopt Winstone lachend weg. Op de achtergrond duiken Arie en Jan weg tussen de omstanders.
WINSTONE: je bent een sportieve vent, marsh. als je ooit nog eens het pad der misdaad opgaat, bel me dan, dan kan ik misschien iets voor je terugdoen.
MARSH: hm! als het ooit zover komt, houd ik me aanbevolen.
4. Arie en Jan verschuilen zich tussen een paar auto’s die langs de startbaan geparkeerd staan.
Arie kijkt grinnikend naar de pers en de juichende menigte. De pers interviewt Sparks en Peters. Jan kijkt zoekend om zich heen.
ARIE: zo, die bende zijn we kwijt.
JAN: prima. maar wat verder? waar is anderson?
Tot de volgende keer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten