
Buiten aflevering 20 van “Een overval in de lucht” geen nieuwe strippublicaties deze week. Wel heel wat aan tekstmateriaal, zoals bijvoorbeeld het artikel “Jan en Arie zien ze vliegen” in de rubriek Varia op bladzijde 18 van de nieuwe Eppo (nr 21-2009). Een artikel dat eigenlijk handelt over de Lancaster in het algemeen en de manier waarop deze striptekenaars heeft geïnspireerd. Maar tegelijkertijd geeft het ook aan hoe goed Hans zich documenteert voor de Bob Evers strip. Dat staat overigens in het artikel. En vergeet daarbij ook de scenarist niet, want het zouden nooit Britse bommenwerpers geweest zijn zonder de wetenschap dat de Britten rond 1950 behoorlijk de dienst uitmaakten in Zuidelijk Afrika.

Diezelfde scenarist staat overigens centraal in de cartoon op de voorpagina van diezelfde Eppo en in het interview op 33. Wat de karikatuur betreft, ik hoorde tijdens de opening van de tentoonstelling “De verkipping” op Kasteel Groeneveld voor het eerst dat Mars er mee bezig was. Kees de Boer raadde me toen aan om vooral veel commentaar te leveren als Mars me die karikatuur zou doormailen.
(Illustratie: Mars Gremmen)Maar helaas, ik kreeg hem pas voor het eerst te zien toen de Eppo vorige week in de brievenbus viel. En toen stond hij dus al op de voorpagina.

Hoe dan ook, Mars, ik vind hem best leuk, maar als het om karikaturen gaat, heb ik toch een voorkeur voor de karikatuur die Hans van me maakte voor deze blog. Vooral dat “Overload” op die computer is zeer toepasselijk voor hoe ik de eerste helft van 2009 heb gewerkt. Ik schrijf nou eenmaal nog wel iets meer dan alleen Bob Evers, zie je.
Gelukkig wordt dat laatste helemaal duidelijk in het interview op bladzijde 33. Jammer genoeg heb ik niet, net als Hans, een uitgebreide versie van het interview die ik hier op de blog kan plaatsen. Het interview is namelijk in februari bij mij thuis opgenomen en een paar weken geleden pas kreeg ik de

uiteindelijke, geupdate versie van deze rubriek in mijn mailbox en precies drie kwartier om het artikel te redigeren. Gelukkig waren de samenwerking met Eric en Het Van Walraven Testament al toegevoegd in de tekst.
Natuurlijk valt er altijd nog wel iets aan te vullen op zo’n interview. Dingen die je achteraf net iets anders had willen zeggen en wat extra toe had willen lichten. Zoals bijvoorbeeld de opmerking over het vertellen van een verhaal met zoveel mogelijk afwisseling. Dat is zeker een uitdaging bij elk scenario, maar niet alleen ‘het leukste’, het is ook zeer noodzakelijk wil je een goed stripverhaal schrijven. Immers, als personages drie pagina’s lang in dezelfde ruimte met elkaar doorkletsen, zonder dat er verder iets gebeurt, zal de lezer de strip binnen die drie pagina’s op de stapel met oud papier leggen. De kunst van het stripvertellen is dus o.a. te zorgen dat iedere pagina de situatie minstens één tandje verzet wordt. Zodat het verhaal zich iedere volgende pagina weer verder ontwikkelt en de lezer van het begin naar het eind wordt meegesleept, zonder dat hij of zij dat zelf in de gaten heeft. En dat is natuurlijk niet het enige, wil je zoiets geloofwaardig doen, dan moet je je ook inleven in de karakters van je personages. Als het ware een worden met je hoofd- en bijfiguren zodat je van hen uit het verhaal kunt schrijven. En meer van dat soort dingen.
Brengt me meteen op het volgende punt. Ergens tussen

de geredigeerde mailbox-versie en de uiteindelijke publicatie is nog een zinnetje verdwenen waarin stond dat het vak van scenarist een uitstervend beroep was. Of zoals Marten Toonder het ooit zei: er zijn bijna geen vertellers meer in Nederland. Hoorde op de Stripdagen ook dat degenen die zich inschrijven voor de Striptekenopleiding eerst twee jaar Kunstacademie moeten volgen en tegen de maatschappij aan moeten schoppen.
(Illustratie: Eric Heuvel)Weet niet wat daar precies van waar is, maar hoe dan ook: Jean-Marc, Hanco, meneer Plasterk, is het niet handiger om ze in plaats daarvan een geheel of gedeeltelijke schrijfopleiding te laten volgen zoals die bijvoorbeeld aan de Hogeschool van Amsterdam worden gegeven? Of wellicht een gecombineerde teken- en schrijfopleiding? Stripmaken is toch in eerste instantie het vertellen van een verhaal in beeld. En op die manier ontstaan naast de nieuwe generatie Barksen, Vandersteens en Macherots ook de nieuwe lichting duo’s a la Uderzo en Goscinny, Franquin en Jidehem enzovoorts. Het is maar een ideetje.
Veel meer heb ik eigenlijk niet aan het Eppo-interview toe te voegen. Maar wat een foto! En wat een opmaak! Alle lof voor fotografe Judith van den Ende en degene die de pagina heeft opgemaakt en waarvan ik jammer genoeg de naam niet weet. Schitterend toch om zo in gezelschap van Bob, Jan en Arie en Maud en Maarten uit het Van Walraven Testament afgebeeld te staan?

Brabant Strip Magazine is het eerste stripinformatieblad dat aandacht besteed aan de uitgave van Het Van Walraven Testament. Op bladzijde 34 van BS Magazine 171 reserveert JeePee een halve pagina voor het album in zijn rubriek “Het nieuwe Scheepsjournaal van JeePee”.
Een artikel gebaseerd op de informatie uit het persbericht van AWVN, want zoals blijkt uit deze halve pagina heeft JeePee het album zelf niet gelezen.
(Illustratie: Eric Heuvel)Tussen de regels door lezen we dan ook zijn frustratie over het ontbreken van een presentatie- en recensie-exemplaar. Welnu, Jeepee, ik heb goed nieuws voor je. Als ik op pagina 2 de namenlijst onder ‘Redactie en bestuur’ doorkijk, zie ik maar liefst vijf namen van Brabant Stripmedewerkers, waarvan ik zeker weet dat ze het album op een of andere manier hebben weten te bemachtigen. Geen slechte score voor BSM, lijkt me. Kortom, een recensie over het verhaal komt vast ook nog wel in een van de volgende nummers. En alles over Brabant Strip Magazine, het lidmaatschap en het verschijnen van de volgende nummers lees je natuurlijk op
http://www.brabantstrip.be/Ik had overigens de eer om ook wat kleine bijdragen aan dit nummer te mogen leveren. Zodat ik voor mijn plezier maar ook voor de film/dvd-rubriek op bladzijde 46 in de late avonduurtjes Teigetje en Poeh op de Musical-toer en The complete Goofy heb mogen bekijken. Mijn bijdrage aan het Suske en Wiske filminterview, Suske en Wiske en de sprekende stemmen, is heel wat kleiner. Ik kan zegge en schrijve één antwoord op een aanvullende vraag van mij terugvinden in het artikel. De rest van de vragen en antwoorden zijn echt van Joop Schreurs. Ere wie ere toekomt. Maar wel leuk dat mijn naam toch in de kop van het artikel staat.