donderdag 23 juli 2009

Pagina 26: Anderson's lef

Had Kaalmans op pagina 25 nog drie gevangenen, op pagina 26 raakt hij ze alweer kwijt. En dat allemaal vanwege het lef van Anderson. Tja, wat wil je ook als je iemand levend in handen moet krijgen van je baas? Kun je nog met zo'n stengun of een van die andere dingen die Hans twee posts hieronder laat zien in je handen staan, maar veel heb je daar dan niet aan.
Het gevolg is wel dat nu buiten Jan en Arie en Tante Ginny en de gewonde piloot Gary verder alle passagiers verzameld zitten in de 'vrouwengrot'. En die wordt dan ook nog eens bestookt door drie bandieten. Zoals Arie zelf ook al zegt, wordt het voor onze helden hoog tijd om iets te doen. Maar dat is iets voor Eppo 14. Hieronder eerst nog scenariopagina 26:

PAGINA 26a:

1. Het viertal nadert de damesgrot waar Zazou staat te blaffen in de grotopening.
ZAZOU: kefkef! kef! kefkef!
KAALMANS: aha! dus daar houden jullie je schuil. waar is anderson?

2. Kaalmans heeft zijn gevangen tot voor de grotingang gedreven en schreeuwt tegen de onzichtbare gasten in de grot. Zazou wordt door iemand buiten beeld naar binnen getrokken.
ZAZOU: kefk…??
KAALMANS: als jullie niet binnen vijf minuten antwoorden, schiet ik de gevangenen neer! ik heb last van ze! waar is anderson?

3. Anderson verschijnt met ontbloot bovenlichaam in de rotsopening. Kaalmans richt grijnzend zijn stengun op Anderson.
ANDERSON: hier ben ik! wat moet je?
KAALMANS: ik moet jou alleen. kom maar naar beneden!

4. Anderson springt naar beneden en gaat voor Peters, Sparks en Marsh staan, die hij zoveel mogelijk achter zijn rug verbergt, dit tot grote ontsteltenis van Kaalmans.
ANDERSON: je moet mij hebben, hè? all right! maar je moet me levend hebben, hè? nou, ik vind het prettiger om hier neergeschoten te worden dan om in de zon te bakken!
KAALMANS: wat? maar…

5. Anderson stuurt Marsh, Sparks, en Peters de grot in. Alleen Marsh lijkt even tegen te stribbelen. Kaalmans wordt woedend.
ANDERSON: jullie als de bliksem in het hol. ga daar plat op de grond liggen.
KAALMANS: ik zal je…


PAGINA 26b:

1. Anderson roept Arthur Winstone te voorschijn. Hij komt met geheven mes uit de grot gesprongen. Kaalmans raakt in verwarring.
ANDERSON: ja! ja, arthur, kom!
KAALMANS: wat willen jullie? wat is hier de bedoeling van? ik…

2. Dwars door het stenenveld komen Breitstein en Platneus aan rennen, beiden met hun pistool in de aanslag (Breitstein met de parabellum). Kaalmans reageert op hun kreten, net op het moment dat Winstone zijn mes werpt en Kaalmans in de schouder treft.
BREITSTEIN: was is das daar? hee!...
KAALMANS: aaagh!

3. Breitstein loopt woedend naar Kaalmans toe, terwijl Anderson Winstone bevel geeft weer naar binnen te gaan.
ANDERSON: terug, arthur! direct terug!
BREITSTEIN: uilskuiken! kaffer! laat zich door zo’n truc beetnemen met een stengun in zain handen.

4. Jan en Arie zien de toestand vanuit de schuilplaats bij hun eigen grot. Ze bewonderen het lef van Anderson. Platneus verbindt de wond van Kaalmans. Breitstein pakt de stengun van Kaalmans op en keert zich woedend naar Anderson.
JAN: anderson heeft lef! hij weet die kerels hem levend in handen willen hebben.
ARIE: jan, nu is het onze beurt om wat te doen. en vlug wat ook.

Zoals je ziet had ik de onderste helft van deze pagina net iets anders in gedachten dan Hans het uiteindelijk getekend heeft. Al verandert er verder niets aan de gebeurtenissen of de teksten.
Het is in feite gewoon de vraag van: hoe breng je het in beeld? En dat is toch vooral het vak van de tekenaar. Die paar kleine verschuivingen leveren uiteindelijk een prachtige lange stripstrook als cliffhanger op. Zoals alleen een tekenaar dat kan bedenken. Vakwerk, Hans!

Geen opmerkingen: