donderdag 18 juni 2009

Eppo 11: De bevrijding van Anderson

Pfft, indrukwekkend stuk, Hans. Maar… eh… politisering van de strip? We gaan toch hopelijk niet terug naar de verzuiling van de jaren 70, waar alles in links-rechts-, zwart-wit-, hoog-laag-hokjes wordt gestopt?
Okay, zo’n Eppo, deze bijvoorbeeld, nummer 11:



(Illustratie: Fred de Heij, karikatuur: Mars Gremmen)
die heeft een format: een blad voor mannen van boven de dertig. Maar ik ken genoeg vrouwen en kinderen die Eppo lezen. Hoorde laatst een verhaal van iemand. “Die Eppo, dat zou wel niks zijn, want pa vond het leuk,” aldus de kids in huis anno januari 2009. Maar wie leest hem tegenwoordig het eerste? Juist, de mannen en vrouwen van onder de 20!
Ik bedoel maar, die hokjes, zo’n format, leuk voor de adverteerders. Die weten dan waar ze hun geld heen moeten brengen. Maar wie maakt zich er verder druk om? Niemand toch? Ik bedoel, die Eppo staat toch vol met weet ik hoeveel verschillende soorten strips. Voor ieder wat wils. Van vluggemaakte minimalistische gagstripjes tot prachtige geschilderde of getekende avonturenstrippagina’s waarvan er hooguit één per week gemaakt wordt. Zoals zo’n Bob Evers strip “Een overval in de lucht” op pagina 24 en 25 van iedere nieuwe Eppo. Nu ook weer!

Verantwoording dan? Okee, verantwoording! Dat je weet dat je alles en dan ook alles gedaan hebt, om een zo goed mogelijke strip te maken. Dat je ermee bezig blijft, schrappen, schaven, bijstellen, tot het verhaal echt naar de drukker moet om er een album van te maken. En dat je dan zeven dagen per week, tien tot dertien uur per dag bezig bent met strips maken en de betekenis van de woorden ‘vrije tijd’ en ‘weekend’ al maandenlang vergeten bent. Dat dus!

Pagina 21 van ons verhaal, bijvoorbeeld. Die vind je op bladzijde 24 van de nieuwe Eppo. In eerste instantie liep het verhaal na de scene bovenaan die pagina (die toen overigens onderaan de pagina stond) gewoon door met de bevrijding van Anderson die je nu op pagin de volgende pagina ziet. Jan kwam pas een paar pagina’s weer aan bod.
“Nee, Frank,” zei Hans, “Ik wil die scene met Jan in de woestijn ook tekenen. Na al die drukte daar bij die Pisa-rots wil ik ook tussendoor ook wel eens iets anders tekenen. Schrijf daar ergens maar eens een scene rond die zoektocht van Jan in de woestijn tussen. Minstens een halve pagina!”
Ja, leuk, Hans, maar waar moet die halve pagina dan komen? Okee, daar waar Arie over Jan begint. Maar hoe krijg je daar een halve pagina bij, als je al een scenario van 46 pagina’s hebt en er niet meer in een stripalbum mogen? Ergens anders een halve pagina schrappen? Ging niet! Er gebeurt daarvoor en daarna van alles dat belangrijk is voor het verhaal. Schuiven dan maar? Dat ging wel. Vooral rond pagina 4, 5 en 6. Lalonde schuiven we naar pagina 4, Jeffries entree bovenaan pagina 5 en Marsh en Winstone moeten zich in dat kaartbureau maar zowat tegelijkertijd voorstellen.
En dan krijgt dat schrappen en schaven aan zo’n scenario ineens een heel wonderlijk gevolg:
in de eerste zes Eppo’s veranderen Jan en Arie elke twee pagina’s van locatie: Amsterdam, Schiphol, vliegtuig, Cairo, vliegtuig, tot aan de crash in de woestijn. Kreeg ik van mensen te horen dat er zoveel vaart in dat Bob Evers verhaal zat. Of dat express zo gedaan was? Nee dus! Het is zomaar toevallig zo ontstaan. Door die scene met Jan op deze pagina, die Hans er zo graag in wilde hebben:

PAGINA 21a:

1. Arie legt aan de anderen uit wat zijn plan is. Jeffries kijkt hem spottend aan.
ARIE: een ploeg van drie man met pistool en mes bevrijdt anderson en neemt de benen naar het stenenveld. dan zijn er twee mogelijkheden: of ze achtervolgen ons of niet…
JEFFRIES: en wat doen we, als ze ons achtervolgen?

2. Arie legt de rest van zijn plan uit. Marsh wordt enthousiast.
ARIE: de anderen stellen zich bij de noordhoek van de pisa-rots verdekt op en stormen op het vliegtuig aan. ik wed dat er genoeg wapens aan boord zijn om die bandieten op afstand te houden.
MARSH: het plan is uitstekend. op zo’n meesterlijk idee hebben we zitten wachten!

3. Jeffries stelt voor dat hij samen met Winstone en Paul de bevrijders vormen. Hij heeft een wild plan, waar Peters het niet mee eens is.
JEFFRIES: ik stel voor dat paul, winstone en ik de bevrijders zijn. ik ben een goed schutter. ik stap samen met winstone naar voren, hou platneus onder schot. winstone bevrijdt a…
PETERS: veel te riskant. als de anderen u zien, wordt u meteen onder vuur genomen. u kunt beter gedekt blijven…

4. Jeffries blaft Peters af. Arie berust in het plan van Jeffries.
JEFFRIES: als ik dat risico aandurf, dan is dat mijn zaak, waar of niet?
ARIE: meneer jeffries is een goed schutter. geef hem zijn zin. jan en ik hebben een plek gevonden, waar je het vliegtuig van heel nabij kunt benaderen zonder gezien te worden.

5. Close-2-shot van Paul en Arie. Paul vraagt Arie waar Jan uithangt. Arie heeft geen idee, maar maakt zich wel zorgen.
PAUL: waar hangt jan eigenlijk uit?
ARIE: weet ik niet. hij ging voor zonsopgang op verkenning uit. we moeten het zonder hem doen. ik heb zelfs geen idee waar hij is.


PAGINA 21b:

1. Een verhitte Jan loopt zoekend door de woestijn. De sporen van het vliegtuig zijn niet meer te zien. De zon is op.
JAN: niets! niets te vinden! toch moeten die pistolen hier ergens zijn.

2. Jan veegt het zweet van zijn voorhoofd en kijkt om zich heen.
JAN: ik ben te ver. hier kunnen ze niet meer liggen. ik moet terug.

3. Jan keert sjokkend terug. De zon wordt feller.
JAN: die hitte… dat wordt alleen maar erger… ik moet ze snel vinden, want anders…

4. Jan stoot met zijn voet tegen een hoopje zand. Tot zijn verbazing klinkt er een metaalachtig geluid (een van de pistolen onder het zand).
GELUID VAN HET PISTOOL: Kloink!
JAN: !!

5. Jan zit op zijn knieen en haalt een van van de pistolen onder het zand vandaan. Met zijn andere hand reikt hij naar een zandhoopje verderop, waar een stukje van het tweede pistool uitsteekt.
JAN: hebbes!... en nu als de raphazen terug…


Daar doe je het dus voor. Net zolang bezig blijven tot opeens op een heel wonderlijke manier alles op zijn plek valt en alles ineens lijkt te kloppen.
En dan nog blijven er twijfels. Die laatste tekst van Jan bijvoorbeeld, zeker toen ik de tekeningen van Hans zag en de teksten voor Eppo nakeek. Moet dat niet gewoon ‘Hebbes!’ zijn? Kort maar krachtig en precies wat dat gezicht van Jan op het laatste plaatje uitdrukt. De lezer weet toch wel dat Jan nu ‘als de raphazen’ terug gaat.
Aan de andere kant zo’n kreet is natuurlijk wel typisch Willy van der Heide-jargon. En veel kinderen die de Bob Evers strips lezen vinden die ‘raphazen’ geweldig. Alle reden dus om het te laten staan.
Heb het uiteindelijk laten staan, zodat het nu ook in Eppo staat. Maar toch, die twijfel blijft. Kan best zijn dat we er voor het album alsnog “Hebbes!” van maken. En dat Eppo 11 dus ineens een collectorsitem wordt. Goed bewaren, dus. Want we blijven sleutelen. Tot het album bij de drukker ligt!

2 opmerkingen:

Otto zei

Hallo Frank,

Mooi betoog. Even voor de duidelijkheid; als "als de raphazen terug..." niet in boekvorm komt... koop ik het niet! (en dat noemen we humor met een knipoog).
Hopelijk trekken jullie je geen zier aan van wat jullie fans vinden en blijf je vertrouwen op jullie eigen kunstenaarsschap!
Begrijp me goed, dit decor van de laatste Eppo's hangt me de strot uit maar dat komt omdat er steeds 2 weken tussen zit waar ik maar met die woesternij in m'n kop zit omdat ik wil weten hoe ze er uit komen. In boekvorm zal dat beslist anders zijn. Een extreem voorbeeld daarvan is het briljante "Geheim van de tijd" van Eric Heuvel en Frits Jonker. In voorpublicatie was het niet te volgen maar in boekvorm geweldig. Zo extreem is het overigens niet hoor.

Frank Jonker zei

Ha Otto,

Dan houden we dat "Als de raphazen" er dus in! Heeft ook mijn eigen voorkeur, hoor. Daarom heb ik het voor Eppo ook laten staan. :-)
Tja, en die woestijn... Dat gaat nog wel wat Eppo's duren, ben ik bang. Willy van der Heide laat zijn helden zo'n 120 pagina's daar bij die Pisa-rots bivakkeren. In de strip neemt het dus ook nogal wat tijd in beslag om Arie en Jan weer uit die woestijn te krijgen.
Zelfs Hans zit nog midden in de woestijn, gelet op de post van 16 juni. Wat je daar ziet is pagina 30van het verhaal.
Ik geloof zeker dat het straks in album allemaal een stuk sneller zal gaan en hopelijk als een trein zal lezen. Maar dat album kunnen we echt alleen maar maken, dankzij die voorpublicatie in Eppo.

Hartelijke groeten,

Frank