Geen Eppo deze week, maar natuurlijk wel pagina 16 van ons nieuwe Bob Evers stripverhaal ‘Een overval in de lucht’ op deze blog. De pagina waarop het aantal figuranten al drastisch verminderd is door de verdeling van de slaapplaatsen en Willy van der Heide het overgebleven groepje, Jan, Arie, Paul en Jeffries, op geniale wijze in tweeen deelt, Arie-Jeffries/Jan-Paul, om zo uiteindelijk Jan in zijn eentje op verkenningstocht te sturen. Het is ook de pagina waarin het eerste wantrouwen van Jeffries jegens Jan en Arie te voelen is.
Een en ander natuurlijk prachtig in beeld gebracht door Hans en van plaatje tot plaatje te volgen in Eppo 8. Hier is de bijbehorende scenario-pagina, uiteraard geïllustreerd met originele zwart-wit-plaatjes en detailfoto’s:
PAGINA 16a:
1. Jeffries, Jan, Arie en Paul lopen door het zand in de richting van de eerste grot (de enorme kei, gesteund door kleinere keien). Jeffries heeft moeite met vooruitkomen.
JEFFRIES: ik ben bèkaf!
JAN: dat komt van het zand. je doet het beste je voeten vlak neer te zetten op de manier van een olifant.
2. Jan legt uit hoe Jeffries het beste kan lopen. Jeffries merkt dat Jans methode werkt.
JAN: korte passen in een soort ploem-ploem-stijl.
JEFFRIES: dat scheelt waarachtige een stuk! hoe weet een aap van een jongen als jij dat?
3. Close-2-shot van Jan en Jeffries. Jan vertelt achteloos dat hij dat eens gelezen heeft. Jeffries kijkt hem argwanend aan.
JAN: o, dat heb ik eens gelezen. het stond in een boek over de jacht op groot wild.
JEFFRIES: ?!
4. Paul houdt halt bij de eerste grot. Jeffries reageert ongeduldig.
PAUL: ik had zo gedacht dat dit een goed tehuis voor ons zou zijn. ik hoop alleen dat we hier tussen die stenen geen last van slangentuig krijgen.
JEFFRIES: klets niet! hier zijn geen slangen, want er is geen vocht.
5. Arie vraagt verbaasd aan Jeffries hoe hij dat weet. Jeffries reageert geïrriteerd.
ARIE: weet u dat heus zeker, meneer jeffries? hoe weet u dat eigenlijk?
JEFFRIES: heb ik gelezen in een boek. nou goed? een boek over de jacht op grof wild!
JAN: !
PAUL: !
PAGINA 16b:
1. Jan en Paul lopen terug naar de plek bij de steile noordwand waar de groep van Paul de andere dekens en matrassen heeft achtergelaten. Paul kijkt Jan verbaasd aan als deze besluit straks op verkenning te gaan.
JAN: we moeten iets doen, want zo schieten we niet op. ik ga zodadelijk eens op verkenning uit. ik wil weten wat die lui in het vliegtuig van plan zijn en wat de bedoeling was van die hele overval.
PAUL: dan ga ik mee!
2. Jan gebaart Paul bij de dekens en matrassen te blijven.
JAN: geen kwestie van. ik ken het klappen van de zweep en loop niet zo gauw in de gaten als jij. bovendien moet je me in de rug dekken, want jeffries vertrouw ik ook niet.
3. Paul blijft zuchtend bij de dekens en matrassen achter, terwijl Jan (op de achtergrond) naar de noordwesthoek toe sluipt.
PAUL: daar laat ik me nu commanderen door zo’n broekie en ik mag netjes op de dekens en matrassen passen.
4. Overshoulder van Jan. Jan (op de voorgrond in de schaduw) kijkt om de hoek van de Pisa-rots en ziet het vliegtuig waar alle lichten ontstoken zijn. De gordijnen van de cabineramen zijn open.
JAN: alle lichten aan! natuurlijk, zo kan niemand het toestel ongemerkt besluipen! behalve…
En wat Jan allemaal te weten komt tijdens zijn verkenningstocht, dat lees je vanzelfsprekend volgende week in Eppo 9. Tot dan!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten