woensdag 29 april 2009

Pagina 14: Woestijnzand en donkere grotten

Geen Oranjefeesten, vrijmarkt of oud-Hollandse spelletjes voor Jan en Arie dit jaar. Niets van dat alles. Enkel woestijnzand en donkere grotten. Op pagina 14 van ons Bob Evers stripverhaal “Een overval in de lucht” gaan Jan, Arie en Paul verder met hun verkenningstocht rondom wat Willy van der Heide in zijn verhaal zo fraai ‘De Pisa-rots’ noemt.
In een vrij korte tijd ontdekken ze maar liefst drie grotten. De eerste al op pagina 13, op deze pagina ontdekken ze er nog twee. In gedachten worden de vrouwen in de eerste grot onder gebracht en de gewonde piloot in de derde grot. En in de tweede? De mannen? Klopt niet helemaal, maar dat zal het vervolg van het verhaal uitwijzen, volgende week in Eppo 8.
Op het laatste plaatje vertrekken twee ploegen in verschillende richtingen. Ik had daar een soort lange strook in gedachten waarin je beide ploegen de woestijn ziet in trekken. Twee groepen mensen in een lege, rotsige woestijnvlakte. Maar doordat Hans in de tweede helft van deze pagina met verticale plaatjes over twee stroken werkt, krijg je daar echt een heel effect. Afijn, kijk en vergelijk. Hier is scenariopagina 14:

PAGINA 14a:

1. Paul schijnt naar de tweede rots die aan de andere kant van een laagte met grote rotsblokken (‘het stenenveld’) ligt. Ze lopen langs het stenenveld naar de tweede rots.
PAUL: toen ik vliegtuig vlakgetrokken had zag ik nog een puntige rots voor me opduiken, maar…aha! kijk daar!

2. Paul, Jan en Arie ontdekken een spleet aan de zijkant van de tweede rots, die een paar meter boven de begane grond een bodem heeft van ingewaaid los zand. De ingang is gelegen op het zuidoosten. (=iets meer naar het zuiden dan op de tekening in het boek). Schuin tegenover die grot, tegenover het begin van het stenenveld, ligt een groot, plat rotsblok.
PAUL: helemaal niet gek. geeft ons overdag wat beschutting tegen de zon. of zouden er in die grot hier slangen zitten?
JAN: zeker weet je het nooit. maar de ingang is nogal hoog en tegen een gladde, kale rots kunnen ze niet omhoog komen.

3. Plaatje van binnen uit de grot gezien. Paul (zittend op Jans rug) verlicht de spleet en komt tot de conclusie dat het een prima schuilplaats is. In het midden is een platte kei te zien die als tafel kan dienen.
PAUL: ziet er best uit. we kunnen hier de vrouwen onderbrengen. mijn lieve tante en die gekke lalou lalonde met haar keffer.

4. Paul, Jan en Arie bewegen zich zigzaggend door het stenenveld heen (naar het westen). Arie heeft de zaklantaarn bij zich en schijnt de anderen bij.
ARIE: we hebben nog heel wat problemen op te lossen. hoe komen we hier weer vandaan. terug naar de beschaafde wereld?
JAN: dat is niet zo moeilijk. er is een pracht van een radiozender in het vliegtuig. we zenden een s.o.s. en er komt prompt hulp.

5. Paul vertelt de jongens wat er met de neus van het vliegtuig gebeurd is tijdens het landen.
Jan en Arie kijken hem geschokt aan.
PAUL: die radio zit gewoonlijk in de neus van het vliegtuig en die is met zo’n klap tegen die Pisa-rots daar aangekomen dat de radio nu wel grondig in de poeier zal liggen.
JAN: !
ARIE: !


PAGINA 14b:

1. Paul, Jan en Arie begeven zich verder door het stenenveld langs de zijkant van de tweede rots.
ARIE: het begint veel op een steengoeie, ouderwetse schipbreuk te lijken. geen verbinding… geen gemakken… vooruitzicht somber.
JAN: dat is een probleem voor later. eerst die gewonde piloot. die kunnen we toch niet helemaal door deze vlakte gaan sjouwen?

2. Close-up van Arie die naar iets wijst buiten beeld.
ARIE: kijk daar eens!

3. Arie schijnt in een rotshol met nauwe spleet aan de westkant van de tweede rots.
ARIE: hier is een pracht van een grot waar we onze gewonde piloot in kunnen bergen.
PAUL: gelukkig! voorlopig huisvesting genoeg. laten we maar gauw teruggaan naar de anderen en iedereen onderdak verschaffen.

4. Totaal. Vanachter de steile noordwand van de rots vertrekken twee groepen passagiers in verschillende richtingen. Jeffries, Jan, Sparks en Winstone fungeren als slippendrager van een van de grootste dekens. Gary (nog altijd bewusteloos) ligt op de deken en wordt zo vervoerd. Peters heeft een stapel dekens onder zijn niet-gewonde arm genomen. Arie loopt met een stapeltje matrassen op zijn rug voorop in de richting van de grot voor de gewonde Gary.
De groep die achterblijft bestaat uit Paul, tante Ginny, Lalonde, Zazou, Malherbe en Marsh.
Paul pakt een matras op en vraagt aan Tante Ginny of hij haar moet dragen. Tante Ginny reageert minachtend. Lalonde kijkt haar verbaasd aan.
TEKSTBLOK: en dus…
PAUL: kom, we moeten wat doen. tante ginny, kunt u lopen of moet ik u op mijn rug nemen?
TANTE GINNY: zoals altijd klets je weer als een ezel, paul.

Feestelijke Koninginnedag allemaal, morgen!

Geen opmerkingen: