Het was erg warm, dat wel, maar we hebben toch weer van 13.00 tot 16.45 uur zitten signeren. We hebben er weer wat nieuwe lezers bij, maar ook een aantal bekenden teruggezien, die speciaal voor ons en meer natuurlijk nog voor de gloednieuwe Bob Evers prent naar Kruibeke waren gekomen.
Allemaal heel hartelijk bedankt daarvoor. Leuk dat jullie er allemaal waren. En speciale dank natuurlijk aan Sascha van Laeken, Manuel en de andere medewerkers van de Mercatorstripbeurs voor de koffie en andere drankjes en de warme ontvangst. En ook een speciaal dankwoordje voor Fons die ons gedurende bijna de hele middag de verkoop aan de tafel van de albums uit handen heeft genomen, zodat wij lekker door konden tekenen en schrijven.
Ja, beste bloglezer, niet alleen Hans, maar ook ik heb zitten tekenen. Althans, voor zover je dat tekenen kan noemen. Geen Bob Evers natuurlijk, want dat laat ik echt aan Hans over, maar Donald Duck. Want behalve de verschillende Bob Evers albums en de prenten, heb ik ook een aantal albums uit de reeks “De grappigste avonturen van Donald Duck” mogen signeren en illustreren met mijn eigen Dagoberts en Donalds.
En nu we het er toch over hebben, in de Donald Duck van deze week (nr 20-2008) zijn maar liefst twee verhalen van me gepubliceerd. Als eerste een Pinokkioverhaal uit 2006, getekend door José Ramon Bernado, een van de beste Spaanse non-Duck-tekenaars. Vooral met Bernado’s tekeningen bij mijn Madam Mikmakverhalen ben ik altijd ontzettend blij, maar deze Pinokkio mag er ook zijn. Alleen bij het scenario heb ik wat twijfels, nu ik het terugzie. De eerste versie van dit verhaal was namelijk aan de lange kant, waarna ik het heb ingekort. En nu heb ik toch het gevoel dat ik iets te veel heb ingekort. Eén pagina meer was toch wel leuk geweest voor dit verhaal en was voor Bernado misschien de kans geweest om nog iets meer uit te pakken dan nu. Twijfel, twijfel…
Over het tweede verhaal, het Donald Duckverhaal op pagina 39 heb ik een beter gevoel. Niet alleen omdat het in tegenstelling tot Pinokkio een autobiografisch verhaal is. Althans, de eerste pagina tot en met het voorlaatste plaatje. Dat is me jaren geleden overkomen in het Californische plaatsje Davenport, waar ik dacht vanaf de kust te kunnen gaan ‘whale-watchen’ en waar de bewoners me snel uit de droom hielpen toen ze me vertelden dat die walvissen zover op zee zaten dat je ze van de kust af nooit kon zien.
Door zoiets heeft een scenario meteen een meerwaarde. Ook de rest van het verhaal klopt alles. Niets teveel, niets te weinig. En prachtig, leuk en sfeervol getekend door de Nederlandse Donald Duck-tekenaar Jan-Roman Pikula. Niets mis mee, dus.
Of toch?
Tja, het toeval wil dat er deze maand een voor Nederland gloednieuw verhaal van Carl Barks gepubliceerd is in de nieuwe Donald Duck Extra (nr 5-2008). Het verhaal “Whale of a good deed” (in het Nederlands: Als een vis op het droge) is aan de hand van oorspronkelijke schetsen en layouts van Carl Barks helemaal opnieuw getekend door een van de allerbeste Donald Ducktekenaars ter wereld Daan Jippes (ook bekend van o.a. Havank).
En na het volgen van een literaire schrijfcursus een aantal jaar geleden ben ik echt wel in staat om de verteltechnieken van Barks te herkennen en ze toe te passen in mijn eigen verhalen.
Hoe komt het dan toch dan toch dat ik bij mijn eigen walvissenverhaal denk: “het is goed”, maar niet dat gevoel heb van “Wauw!” dat ik wel heb na het lezen van “Whale of a good deed”?
Ik kan mij troosten met de gedachte dat mijn Amerikaanse collega-scenarist Geoffrey Blum er in de al eerder genoemde Donald Duck nr 20-2008 zelfs met het idee van een verloren gegaan Barksverhaal op zak én tekeningen van Daan Jippes niet in slaagt om dat “Wauw!”-gevoel boven te brengen. Want waar in mijn Pinokkio-verhaal juist teveel geschrapt is, heeft Blum in deze re-make van een klassiek Barksgegeven juist teveel toegevoegd.
Ligt daar dan wellicht het geheim van dat mystieke, magische, ongrijpbare, dat ieder verhaal van Carl Barks, mits goed getekend, tot een klassieker op stripgebied maakt? Heeft die zogenaamde Barks-touch maar deels met techniek te maken, maar meer nog met de juiste dosering van de extraatjes? Is het misschien veeleer een extra vonk van inspiratie waarmee elk idee wordt uitgewerkt? Het “it just fell into my head” zoals Carl Barks ooit tegen Donald Ducktekenaar Mau Heymans zei?
Het blijft een raadsel, beste bloglezer, een mysterie dat waarschijnlijk nooit zal worden opgelost. Maar hoe dan ook, bij de volgende scenario-pagina van “De strijd om het goudschip” is sprake geweest van zo’n soort inspiratievonk. Niet bij mij, maar bij Hans, die net als ik, vanwege zijn Donald Duckachtergrond ook bekend is met het werk van Carl Barks.
Kijk en vergelijk, beste bloglezer, dit is scenario-pagina 18 zoals ik destijds hem naar Hans gestuurd heb:
PAGINA 18a:
1. Totaal van de Willi Waw in de baai. Harry kijkt over de andere verschansing heen naar de open oceaan. Daar naderen de Frisco en de Annie Laurie (nog altijd op sleeptouw) het eiland.
Barney wijst in de richting van de twee schepen. De zon staat aan de kant van de Frisco en de Annie Laurie. Aan dek van de Frisco is vooral de Kanakenbemanning van Abercrombie te zien. Uit de schoorsteen van de Frisco komen grote zwarte rookwolken. De twee schepen koersen schuin op de Willi Waw aan.
BARNEY: Daar komen twee schepen! Een stoomschip en een zeilschoener!
PAGINA 18b:
1. Mickey Mouse en Harry haasten zich per vlot terug naar de Willi Waw. Doordat de Willi Waw in hun gezichtsveld ligt, kunnen ze de twee schepen niet zien.
MICKEY MOUSE: Dat mot er nog bijkomme! Dat er een paar nieuwsgierige schuite komme opdage om der neus in onze zaken te steke.
2. De drie muiters kijken over de verschansing naar de naderende schepen. Harry herkent de Frisco als eerste.
HARRY: Maar…dat schip lijkent zo machtig veel op… Het is as twee druppels water de Frisco!
3. Mediumshot van de drie muiters.
MICKEY MOUSE: Klets niet! Het is de Frisco. Met O’Connor en de anderen erop. Die boeven!! Al zijn leven hebben ze dat andere schip…
BARNEY: Ook ingepikt? Net als wij de Willi Waw?
4. Close-up van Barney.
BARNEY: Als we zo doorgaan, hebben we langzamerhand de man ieder een schip.
5. Overshoulder van MacGarrigle die door een van de patrijspoorten van de Frisco tot zijn grote schrik de Willi Waw herkent.
MACGARRIGLE: Maar dat is…de Willi Waw!!
Slechts zes plaatjes op deze scenario-pagina en een prachtige openingsplaat met daarop maar liefst drie verschillende schepen. Maar zoals vaak in dit soort gevallen, bleek Hans meer kwijt te kunnen in die plaat dan ik dacht. En dat inspireerde Hans tot een extraatje. Eén plaatje meer met precies de juiste inhoud en op precies de juiste plek. Waardoor de hele pagina ineens iets extra’s krijgt. Iets van de Barks-touch.
Misschien ligt daar dan het geheim als het om Bob Evers gaat. De manier waarop Hans geïnspireerd wordt door mijn scenario en ik door zijn tekeningen. Komen we toch nog in de buurt van die Barks-touch door de wederzijdse vonk van inspiratie. En zijn straks in het najaar duizenden lezers die dit verhaal in één adem uitlezen, het album dichtslaan en denken:
“Wauw!”
“Wauw!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten